De 12 belangrijkste fiscale wijzigingen in de Miljoenennota 2023

20 september 2022
Nieuws

Welke wijzigingen en maatregelen die het kabinet op Prinsjesdag aankondigde, hebben voor jou als ondernemer de meeste impact? Onze fiscale professionals lichten de 12 belangrijkste wijzigingen uit de Miljoenennota en het Belastingplan voor 2023 toe.

1. Box 3: rechtsherstel en overbrugging

Rechtsherstel naar aanleiding van Kerstarrest

Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad beslist dat de huidige wijze van belastingheffing over sparen en beleggen (box 3) onrechtmatig was. Er werd daarbij belastingheffing geheven over niet daadwerkelijk behaalde rendementen. Voor die situaties vindt momenteel rechtsherstel plaats op grond van een beleidsbesluit. Belastingaanslagen waar tijdig bezwaar tegen is gemaakt of die om een andere reden niet onherroepelijk vaststaan, kunnen op basis van dit rechtsherstel alsnog lager worden vastgesteld. Belastingplichtigen kunnen daardoor te veel betaalde belasting terugkrijgen.

Contouren overbruggingswetging box 3 en peildatumarbitrage

Het kabinet wil spaarders en beleggers (box 3) vanaf 2026 op basis van het daadwerkelijk behaalde rendement in de belastingheffing betrekken. Tot die tijd, dat wil zeggen in de jaren 2023 tot en met 2025, wordt overbruggingswetgeving gehanteerd. Deze overbruggingswetgeving gaat uit van 3 vermogenscategorieën, te weten: banktegoeden (inclusief contant geld), schulden en overige bezittingen. Voor banktegoeden en schulden wordt aan het einde van het jaar het rendementspercentage vastgesteld, waarbij het werkelijke rendement wordt benaderd. Voor overige bezittingen wordt een rendementspercentage voorgesteld van 5,69%.

Verder wordt er een nieuwe maatregel voorgesteld om zogenoemde ‘’peildatumarbitrage’’ tegen te gaan. Deze maatregel is bedoeld om belastingplichtigen te ontmoedigen om vlak vóór de peildatum bezittingen waarvoor een hoger rendementspercentage geldt, om te zetten in bezittingen waarvoor een lager rendementspercentage geldt.

Het heffingsvrije vermogen wordt verhoogd naar € 57.000 per persoon (€ 114.000 voor partners) en het belastingtarief wordt 32%. Dit belastingtarief wordt met 1%-punt per jaar verhoogd naar 34% in 2025.

2. Tariefswijziging vennootschapsbelasting

De eerste tariefschijf van de vennootschapsbelasting wordt verlaagd van € 395.000 naar € 200.000. Het vennootschapsbelastingtarief voor winsten in de eerste tariefschijf wordt verhoogd naar 19%. Het tarief voor winsten in de tweede tariefschijf blijft 25,8%. Dit leidt tot een behoorlijke verhoging van de effectieve belastingdruk voor het mkb. Verder wordt het minder aantrekkelijk om een bestaande fiscale eenheid te verbreken.

  2022 2023
Tarief 15% 19%
Tarief 25,8% 25,8
Tariefschijf 395.000 200.000

3. Verhoging vrije ruimte voor de werkkostenregeling (WKR)

De inflatie is fors toegenomen. Dit betekent dat de kosten van vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers hoger zijn. De vrije ruimte voor de WKR zal daardoor vaak niet meer toereikend zijn. Om het mkb daarin tegemoet te komen wordt de vrije ruimte over de eerste € 400.000 aan fiscale loonsom verhoogd van 1,7% naar 1,92%. Dit betekent dat een werkgever over de eerste € 400.000 aan fiscale loonsom voor € 7.680 (nu € 6.800) aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen mag aanwijzen in de vrije ruimte. Over de fiscale loonsom boven € 400.000 blijft het percentage gelijk, namelijk 1,18%.

4. Verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding en thuiswerkvergoeding

Sinds dit jaar kennen we een gerichte vrijstelling voor een thuiswerkvergoeding voor de dagen waarop de werknemer thuiswerkt. Werkt de werknemer buitenshuis en is er geen sprake van vervoer vanwege de werkgever (bijvoorbeeld auto van de zaak) dan kan de werknemer een onbelaste reiskostenvergoeding ontvangen. Beide vergoedingen worden iets verhoogd. De maximale onbelaste reiskostenvergoeding wordt verhoogd van € 0,19 naar € 0,21 per kilometer (incl. woon-werkverkeer) in 2023 en € 0,22 per kilometer in 2024. Daarnaast is het voorstel dat de onbelaste thuiswerkvergoeding verhoogd wordt van maximaal € 2 per dag naar € 2,13 per dag in 2023.

5. Minimumloon 10,15% hoger per 1 januari 2023

Uit de plannen die het kabinet presenteerde op Prinsjesdag blijkt dat het minimumloon per 1 januari 2023 zal stijgen met 10,15%. Dit is een verhoging van 8,05% met daarop de reguliere indexatie. Werkgevers betalen in de tweede helft van 2022 aan werknemers van 21 jaar of ouder minimaal € 1.756,20 bruto per maand (fulltime). Dat wordt vanaf 1 januari 2023 dus € 1.934,45. De verhoging wordt geregeld per algemene maatregel van bestuur (AMvB). Hierdoor stijgen de loongerelateerde uitkeringen (zoals uitkeringen, toeslagen en studiefinanciering) automatisch mee. Ook de AOW-uitkering stijgt mee.

6. Aanpassing tarief aanmerkelijk belang

Het huidige tarief bedraagt 26,9%. Per 1 januari 2024 kent box 2 twee tarieven. Uitkeringen tot € 67.000 (fiscale partners € 134.000) worden belast tegen een basistarief van 24,5%. Daarboven bedraagt het tarief 31%.

7. Overdrachtsbelasting

Het tarief van de overdrachtsbelasting voor niet-woningen, zoals een kantoorpand en voor woningen die geen eigen woning zijn (denk aan een vakantiewoning) gaat per 2023 omhoog van 8% naar 10,4%. Het tarief voor de eigen woning blijft 2% of – als wordt voldaan de voorwaarden – 0%.

8. Middelingsregeling

De middelingsregeling in de inkomstenbelasting wordt afgeschaft. Vanaf 1 januari 2023 is het niet meer mogelijk om wisselende inkomens te middelen om progressienadeel te matigen. Het laatste middelingstijdvak dat mogelijk is: 2022-2024

9. Jubelton

Het was al duidelijk dat de mogelijkheid om te schenken ten behoeve van de eigen woning zou worden afgeschaft. In 2023 kan nog € 28.947 worden geschonken. Vanaf 2024 bestaat er geen aparte vrijstelling meer. De spreidingsmogelijkheid vervalt voor schenkingen gedaan in 2023 en voor een schenking die nog in 2022 is gedaan, wordt dat beperkt tot twee jaar (dus 2022 en 2023). Een in 2022 ontvangen schenking kan uiterlijk eind 2024 nog worden besteed.

10. Energie & klimaat

Vanaf 1 januari 2023 geldt een prijsplafond voor gas en elektriciteit voor particulieren en voor middelgrote en kleine ondernemingen die op grond van hun verbruik in aanmerking kwamen voor korting op hun energiebelasting. Het kabinet werkt nog aan een aparte subsidieregeling voor energie-intensieve mkb’ers. Het btw-tarief op de levering en installatie van zonnepanelen wordt verlaagd naar 0%. Verder wordt de bpm-vrijstelling voor bestelauto’s van ondernemers beëindigd.

11. Aanpassing bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) voorlopig uitgesteld

De BOR is belangrijk voor het behoud en de continuïteit van het bedrijfsleven. Een veel gebruikte regeling bij familiebedrijven. Het kabinet onderzoekt hoe de BOR kan worden verbeterd en oneigenlijk gebruik van de regeling kan worden voorkomen. Het belang van de BOR is zodanig dat er een zelfstandig wetsvoorstel voor zal worden ingediend. Dit zal naar verwachting in 2023 gebeuren met een uitwijkmogelijkheid naar het Belastingplan 2024.

12. Lenen van de bv

Per 1 januari 2023 treedt een fiscale maatregel in om het lenen van de eigen bv te ontmoedigen. Deze maatregel is in 2018 aangekondigd en het wetsvoorstel hiervoor is op 13 september 2022 door de Tweede Kamer aangenomen. Kort gezegd wordt een aanmerkelijkbelanghouder die, samen met de fiscale partner, meer dan € 700.000 van de bv leent, voor het meerdere in de aanmerkelijkbelangheffing (box 2) betrokken. Dit wordt aangemerkt als een (fictief) dividend. De peildatum waarop de hoogte van de schulden aan de bv wordt beoordeeld is 31 december van het belastingjaar. Dit betekent dat het eerste peilmoment 31 december 2023 is.

Er wordt een uitzondering gemaakt voor leningen van de bv voor de financiering van een eigen woning. Dergelijke leningen leiden onder voorwaarden niet tot belastingheffing in box 2.

 

Alles over de Miljoenennota 2023