6 wijzigingen voor bedrijfsopvolgingsfaciliteiten
In het wetsvoorstel ‘Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024’ zien we een aantal maatregelen om de BOR (bedrijfsopvolgingsregeling) en DSR (doorschuiffaciliteiten) voor reële bedrijfsoverdrachten te verbeteren. Bedrijfsopvolgingen die uitsluitend vanwege fiscale overwegingen worden opgezocht, worden hiermee beperkt. We hebben de voorgestelde wijzigingen alvast voor je op een rij gezet.
Dit artikel vloeit voort uit de fiscale wijzigingen die zijn aangekondigd in de miljoenennota 2024.
Faciliteiten bedrijfsopvolging
Zowel in de Inkomstenbelasting als in de Successiewet zijn faciliteiten opgenomen die de vererving of het schenken van ondernemingsvermogen vergemakkelijken. In de inkomstenbelasting gaat het dan om doorschuiffaciliteiten (DSR) zodat de belastingclaim wordt doorgeschoven naar de verkrijger(s). In de Successiewet geldt een ruime vrijstelling (BOR). De verschillende faciliteiten gelden niet voor de overdracht van beleggingsvermogen. Over beleggingsvermogen moet wel worden afgerekend.
- Lees hier over de belangrijkste aandachtspunten van de huidige regeling: Schenken of erven van aandelen: over de huidige regeling.
Hierna gaan wij in op de wijzigingen in het wetsvoorstel.
1. Vrijstelling BOR
De BOR-vrijstelling in de Successiewet wordt per 1 januari 2025 gewijzigd: het vrijstellingspercentage van de BOR gaat naar 70% boven € 1.500.000 ondernemingsvermogen, dit is onder de huidige regeling nog 83%.
Tip! De aanpassing van 83% naar 70% kan een reden zijn om de bedrijfsopvolging naar voren te halen.
UPDATE 24 november 2023: Het percentage van het overgedragen ondernemingsvermogen dat is vrijgesteld, wordt 75%. Zie ook: Eindejaarstips 2023.
2. Verhuurd vastgoed is standaard beleggingsvermogen
Verhuurd vastgoed wordt met ingang van 1 januari 2024 – zowel voor de DSR als de BOR – standaard aangemerkt als beleggingsvermogen. Verhuurd vastgoed leidt vrijwel altijd tot discussies. Is nu wel of geen sprake van ondernemingsvermogen? Die discussie speelt vanaf 2024 niet meer. Verhuurd vastgoed wordt voortaan gedefinieerd als vastgoed dat feitelijk ter beschikking is gesteld aan derden. Is dat op het moment van overdracht niet het geval, maar is het vastgoed daar wel voor bestemd? Dan wordt het ook aangemerkt als beleggingsvermogen.
Let op! Kortdurende terbeschikkingstelling, zoals bijv. bij hotelkamers, valt niet onder de voorgestelde maatregel.
Let op! Er geldt een tijdsevenredige benadering voor vastgoed dat een deel van het jaar in de eigen onderneming wordt gebruikt en het andere deel van het jaar wordt verhuurd.
3. Vervallen van de 5% doelmatigheidsmarge
Voorgesteld is de doelmatigheidsmarge van 5% voor de BOR per 1 januari 2025 af te schaffen. Ook voor de DSR wordt de marge afgeschaft, maar dit kan pas later worden gerealiseerd. Het tijdstip wordt nog nader bepaald. Dat betekent dat beleggingsvermogen straks volledig buiten de regeling valt, ook niet meer – zoals nu het geval – voor een klein gedeelte.
4. Aanscherping privé en zakelijk gebruikt bedrijfsmiddel
Voor de BOR en de DSR is sprake van ondernemingsvermogen als een bedrijfsmiddel verplicht ondernemingsvermogen is. Daarvan is kort gezegd sprake bij maximaal 10% privégebruik. Ook keuzevermogen – zakelijk gebruik tussen 10% en 90% – wordt onder de huidige regeling voor de BOR en de DSR als ondernemingsvermogen aangemerkt. Voorgesteld is voortaan alleen het deel van het bedrijfsmiddel dat zakelijk wordt gebruikt als ondernemingsvermogen voor de BOR en de DSR aan te merken. De beoogde inwerkingtredingsdatum van deze wijziging is 1 januari 2025.
Tip! De maatregel wordt beperkt tot bedrijfsmiddelen met een waarde in het economische verkeer van minimaal € 100.000 en een gebruik voor andere dan ondernemingsdoeleinden van meer dan 10%.
Let op! Dit betekent dat voor diverse bedrijfsmiddelen het percentage van gebruik voor andere dan ondernemingsdoeleinden moet worden bepaald. Dit levert extra kosten op bij een opvolging.
5. Afschaffen dienstbetrekkingseis
Voorgesteld wordt om per 1 januari 2025 de nu nog voor de DSR geldende dienstbetrekkingseis (36 maanden) bij schenkingen te laten vervallen.
Let op! voor ondernemingen in de inkomstenbelasting blijft de dienstbetrekkingseis wel gelden.
6. Invoeren minimumleeftijd verkrijger
Er wordt vanaf 2025 een minimumleeftijd ingevoerd ingeval van schenkingen. Verkrijgers moeten op het tijdstip van de verkrijging 21 jaar of ouder zijn om de faciliteiten te kunnen toepassen. Deze voorwaarde geldt voor de BOR en DSR.
Let op! Bij overlijden geldt geen minimumleeftijd. Onbedoeld gebruik zal zich in dit soort situaties immers niet snel voordoen.
Tip! Werkt je kind al mee in de onderneming? Mogelijk is het interessant om – ook al wordt nu nog niet voldaan aan de 36 maanden eis – de bedrijfsopvolging toch te vervroegen vanwege de invoering van de minimumleeftijd.
Overige verwachte aanpassingen na 2025
Beperking kwalificerende belangen: de BOR en de DSR gelden voor aanmerkelijk belangen. Daarbij gaat het om belangen van minimaal 5% van reguliere aandelen in een vennootschap, maar ook om andere, kleinere belangen. Voorgesteld is om de regelingen met ingang van 1 januari 2026 voornamelijk te beperken tot reguliere aandelen met een minimaal belang van 5% in het geplaatste kapitaal, zodat de regeling meer gericht wordt op familiebedrijven. De regelingen blijven wel van toepassing op preferente aandelen die zijn uitgegeven in het kader van een bedrijfsopvolging en op bepaalde verwaterde belangen.
Let op! Deze maatregel wordt verder uitgewerkt in het Belastingplan 2025.
Bezits- en voortzettingseis BOR: de BOR kan enkel worden toegepast als de erflater of schenker de onderneming al een bepaalde tijd in bezit had en de onderneming gedurende een bepaalde tijd door de verkrijger wordt voortgezet. Voorgesteld wordt om de bezits- en de voortzettingseis te versoepelen. Onderzocht wordt hoe een verkorting van de vijfjaarstermijn kan worden vormgegeven. In het Belastingplan 2025 wordt dit voorstel nader uitgewerkt. De beoogde ingangsdatum is 1 januari 2026.
Aanpak constructies BOR: in het Belastingplan 2025 wordt een voorstel uitgewerkt om misbruik van de BOR door middel van constructies aan te pakken. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het omzetten van niet-ondernemingsvermogen in ondernemingsvermogen met als enige doel het voordelig kunnen overdragen van dit vermogen. De beoogde inwerkingtredingsdatum van deze maatregelen is 1 januari 2026.
Tot slot
Met de toepassing van de BOR kan veel schenk- of erfbelasting bespaard worden. Mocht je een schenking van aandelen overwegen, dan is het nu de tijd om dit in gang te zetten. De voorwaarden van toepassing van de BOR en DSR zijn complex en worden per 2024 en 2025 verder aangepast. Een goede begeleiding ten behoeve van een bedrijfsopvolging is noodzakelijk. Raadpleeg daarom jouw adviseur om verrassingen achteraf te voorkomen.
Meer informatie
Heb je na het lezen van dit artikel nog vragen, neem dan contact op met Ernst Meijer of met je persoonlijke CROP adviseur.
- Hier lees je alles over de Miljoenennota.