Aangekondigde wijzigingen box 3 tijdens Prinsjesdag

20 september 2023
Artikel

Belastingheffing in box 3 zal voor de jaren 2024-2026, evenals 2023, plaatsvinden op basis van een forfaitair geschat rendement over het vermogen per 1 januari. Hierbij zijn er ook in 2024 drie categorieën waarvoor aparte rendementspercentages gelden:

  • banktegoeden;
  • overige bezitten;
  • schulden

Dit artikel vloeit voort uit de fiscale wijzigingen die zijn aangekondigd in de Miljoenennota 2024.

UPDATE 24 november: Het tarief in box 3 wordt geen 34% zoals aangekondigd op Prinsjesdag, maar 36%. Zie ook: Eindejaarstips 2023.

De te hanteren rendementspercentages zijn op dit moment nog niet bekend en worden later vastgesteld. Het tarief waartegen het forfaitair geschat rendement van box 3 belast is, wordt voor 2024 verhoogd van 32% naar 34%. Het heffingsvrij vermogen in box 3 blijft gelijk aan 2023 en wordt niet geïndexeerd. Hierdoor stijgt naar verwachting de belastingopbrengst.

Door middel van een besluit was al goedgekeurd dat het aandeel in het vermogen van een VvE of vermogen op een derdengeldrekening bij de notaris voor box 3 kwalificeert als banktegoed. Dit is nu opgenomen in het belastingplan 2024. Hierdoor is het lagere forfaitaire rendement voor banktegoeden van toepassing.

Voor box 3 worden onderlinge vorderingen en schulden tussen fiscale partners – bijvoorbeeld in het kader van een jaarlijks verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden- genegeerd. Hetzelfde geldt voor onderlinge schulden voor ouders en minderjarige kinderen. Deze posten hoeven daarom niet in box 3 in de aangifte opgenomen te worden.

Box 3 (vanaf 2027)

Het demissionaire kabinet heeft een voorstel gedaan voor de box 3 heffing vanaf 2027. Het voorstel, waarop iedereen nog kan reageren, omvat een box 3 heffing op basis van werkelijk rendement. Het is vervolgens aan het nieuwe kabinet om hiermee voortvarend verder te gaan en een definitief voorstel te doen voor de box 3 heffing vanaf 2027.

Werkelijk rendement

De bedoeling is dat vanaf 2027 het werkelijk rendement belast zal gaan worden en niet meer, zoals dat tot en met 2026 gebeurd, belastingheffing op basis van een forfaitair (geschat) rendement die de werkelijkheid moet benaderen. Vanaf 2027 worden daarbij niet alleen de reguliere voordelen uit het vermogen (direct rendement zoals bijvoorbeeld rente, huur en dividend na aftrek van de kosten) belast maar ook gerealiseerde en ongerealiseerde waardeontwikkelingen (indirect rendement).

Belastingheffing over reguliere voordelen uit vermogen

De reguliere voordelen uit het vermogen (zoals bijvoorbeeld rente, huur en dividend, na aftrek van de kosten) zullen jaarlijks belast worden. Hiervoor zal een administratie moeten worden bijgehouden, waarbij een deel van deze gegevens door banken of beleggingsinstellingen aan de belastingdienst zullen worden aangeleverd.

Belastingheffing over waardeontwikkelingen

De (gerealiseerde en ongerealiseerde) waardeontwikkeling van beursgenoteerde aandelen, obligaties en opties zal jaarlijks direct belast worden volgens een vermogensaanwasbelasting. Dat betekent dat jaarlijks heffing in box 3 plaatsvindt over deze waardeontwikkeling (zowel positief als negatief). Het maakt daarbij niet uit of die waardeontwikkeling al dan niet te gelde is gemaakt.

Onroerende zaken en bepaalde niet-beursgenoteerde aandelen (in familiebedrijven en innovatieve startups of scale-ups) worden in het voorstel onderworpen aan een vermogenswinstbelasting. Dat betekent dat heffing in box 3 alleen plaatsvindt als de waardeontwikkeling ook te gelde is gemaakt, zoals bijvoorbeeld bij verkoop.

Let op! Vermogensbestanddelen die nu in box 1 belast worden en aandelenbelangen die nu al in box 2 belast worden (grofweg aandelenbelangen van 5% of meer) blijven in respectievelijk box 1 en box 2. Deze worden niet door het voorstel geraakt.

Eigen gebruik

Het eigen gebruik van een eerste vakantiewoning in box 3  zal belast worden op basis van een forfait waarin het totale rendement (direct en indirect) is begrepen. Voor de belastingheffing in box 3 kan dan volstaan worden met toepassing van dit forfait.

Eigen gebruik van roerende zaken blijft in het voorstel buiten de heffing. Net als nu wordt dus een auto, caravan of boot voor eigen gebruik niet in de box 3-heffing betrokken.

Tarieven

De tarieven in box 3 vanaf 2027 zijn nog niet duidelijk. In het concept voorstel worden tarieven genoemd vanaf 33% tot en met 37% (afhankelijk van diverse te maken politieke keuzen).

Tot slot

In het concept voorstel staan verder nog allerlei bepalingen omtrent verliesverrekening, heffingsvrij vermogen en administratieve verplichtingen die nog verder uitgewerkt moeten worden. Het voorstel is nog geen voldragen wetsontwerp, maar het nieuwe kabinet kan het voorstel en de reacties hierop straks gebruiken bij de vormgeving van het nieuwe box 3 stelsel. Uiteraard kan het nieuwe kabinet hierin andere keuzes maken dan nu in het voorstel zijn opgenomen.

Meer informatie

Heb je na het lezen van dit artikel nog vragen, neem dan contact op met Ernst Meijer of met je persoonlijke CROP adviseur.  

Neem contact op

Nieuwsbrief

Altijd als eerste op de hoogte zijn van het laatste nieuws? Schrijf je in!

Door je in te schrijven voor onze nieuwsbrief ga je akkoord met onze privacy verklaring.