Dit zijn de 10 belangrijkste fiscale wijzigingen in de Miljoenennota voor 2025

• Hier lees je alles over de Miljoenennota.

1. Box 3: belasten werkelijk rendement 2019-2023 

Het kabinet heeft besloten dat iedereen de verlaging van de box 3 belastingheffing over de jaren 2019 tot en met 2023 kan aanvragen, als het werkelijke rendement in dat betreffende jaar lager is dan het forfaitaire rendement dat in de aangifte is aangegeven. Hiervoor moet het formulier “opgaaf werkelijk rendement” worden gebruikt, die naar verwachting in de zomer van 2025 beschikbaar is. Het is daarbij niet verplicht om voor elk jaar het formulier in te vullen.  

Voor het jaar 2019 is het belangrijk dat voor het eind van 2024 een verzoek ambtshalve vermindering wordt ingediend bij de Belastingdienst. 

2. Verlaging tarief box 2  

Op 1 januari 2024 werd het toptarief in box 2 van de inkomstenbelasting verhoogd naar 33%. Per januari 2025 wordt deze weer verlaagd naar 31%. Het lage tarief bij een box 2 inkomen tot € 67.000 (bij partners gezamenlijk € 134.000) verandert in 2025 niet en blijft staan op 24,5%. Het kabinet probeert hiermee meer evenwicht te realiseren met de belastingdruk op inkomen.   

3. Aanpassingen bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) 

Vanaf 1 januari 2025 komen er verschillende wijzigingen in de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Vanaf 2025 hoeft de opvolger niet meer in dienst te zijn geweest van het concern. De opvolger moet wel minimaal 21 jaar oud zijn. De vrijstelling wordt verhoogd naar € 1.500.000 (2024: € 1.325.253), voor het meerdere wordt de vrijstelling verlaagd naar 75% van het ondernemingsvermogen (2024: 83%). Vanaf 2025 wordt de voorzettingsperiode beperkt naar drie jaar (nu vijf jaar).  

Per 1 januari 2026 zijn verdere aanpassingen aangekondigd. De BOR kan alleen nog maar worden verkregen voor gewone aandelen. Verder worden extra eisen gesteld voor een bedrijfsopvolging van een persoon ruim boven de AOW-gerechtigde leeftijd. 

Lees ook: Belastingplan 2025: Aanpassingen bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)

4. Wijzigingen in renteaftrek

Op basis van de huidige regels mag je maximaal (i) € 1 miljoen of (ii) 20% van de EBITDA aan rente aftrekken in de vennootschapsbelasting.  

Vastgoedfondsen splitsen vaak hun bezittingen op, om de drempel van € 1 miljoen zo vaak mogelijk te benutten. Dit wordt als onwenselijk beschouwd. Daarom is voorgesteld dat belastingplichtigen van wie bezittingen hoofdzakelijk bestaan uit aan derden verhuurd vastgoed, geen gebruik meer mogen maken van de € 1 miljoen drempel. Voor deze belastingplichtigen zal de maximale renteaftrek altijd worden berekend op basis van een percentage van de EBITDA.

Het voorstel is om dit percentage voor alle belastingplichtigen te verhogen van 20% naar 25%. 

Lees ook: Belastingplan 2025: Wijzigingen in renteaftrek vennootschapsbelasting

5. Voorkomen van dubbele belasting door aanpassing van de objectvrijstelling 

ATAD2 is een Europese richtlijn die belastingontwijking door bedrijven wil tegengaan. Als je een bedrijf hebt met een vaste inrichting (zoals een kantoor of fabriek) in het buitenland, die in dat land niet als een vaste inrichting wordt erkend, dan kan Nederland de winst hiervan belasten. In de praktijk leidt dit soms tot dubbele belasting, als het andere land de winst ook belast. Bijvoorbeeld bij vastgoed dat wel wordt belast, maar geen vaste inrichting is.  

Om dit te voorkomen, wordt de regeling aangepast. De objectvrijstelling geldt nu ook als de winst van de vaste inrichting in het andere land wordt belast. Dit voorkomt dubbele belasting. 

Lees ook: Belastingplan 2025: Voorkomen dubbele belasting door aanpassing ATAD2

6. Samenloop verliesverrekening en kwijtscheldingswinstvrijstelling 

Sinds 2022 kun je in de vennootschapsbelasting de winst boven de € 1 miljoen nog maar voor de helft gebruiken om verliezen te compenseren. Dit veroorzaakt problemen bij het saneren van verliesgevende bedrijven, omdat kwijtschelding van schulden alleen belastingvrij is als de kwijtscheldingswinst de verliezen overtreft. Bij een kwijtscheldingswinst van meer dan € 1 miljoen moet er dan toch belasting worden betaald, wat ongewenst is. 

Daarom is voorgesteld om kwijtscheldingswinst boven de € 1 miljoen altijd vrij te stellen van belasting, zolang de kwijtschelding het verlies van het betreffende jaar overtreft. Tegelijkertijd worden de beschikbare verliezen verminderd met hetzelfde bedrag. 

Lees ook: Belastingplan 2025: Samenloop verliesverrekening en kwijtscheldingswinstvrijstelling

7. Aanpassingen 30%-regeling 

Werknemers die vanuit het buitenland geworven zijn om in Nederland te werken, komen in bepaalde gevallen in aanmerking voor de 30%-regeling. In 2023 is aangekondigd het percentage van het loon dat is vrijgesteld vanaf 2024 te verlagen. Deze verlaging wordt teruggedraaid en de regeling wordt aangepast op de volgende drie punten: 

• In 2025 en 2026 blijft het percentage 30%. Vanaf 2027 wordt dit verlaagd naar 27% over de gehele looptijd; 

• De salarisnormen om in aanmerking te komen voor de regeling worden verhoogd per 2027;  

• Is de 30%-regeling toegepast vóór 2024, dan geldt tijdens de hele looptijd overgangsrecht. Het percentage van 30% en de oude salarisnormen blijven gelden.    

Lees ook: Belastingplan 2025: Aanpassingen 30%-regeling

8. Herziening btw bij diensten aan onroerend goed 

Het kabinet wil de btw-besparende mogelijkheden bij kortdurende verhuur van onroerend goed aanpakken. De huidige herzieningsregeling wordt vanaf 1 januari 2026 uitgebreid naar diensten aan onroerend goed, zoals verbouwingen of onderhoud. Bij verbouwingen of onderhoud kun je de btw aftrekken voor zover je het onroerend goed btw-belast gebruikt. Gebruik je het onroerend goed binnen vier (boek)jaren na het (boek)jaar van ingebruikname van de dienst, toch voor een kleiner of groter deel btw-belast? Dan ben je verplicht om de in aftrek gebrachte btw deels te corrigeren. De uitbreiding geldt specifiek voor diensten aan onroerend goed vanaf het drempelbedrag van € 30.000 exclusief btw per investeringsdienst. Dit kan grote financiële gevolgen hebben voor (bestaande) projecten. J

Lees ook: Belastingplan 2025: Herziening btw bij diensten aan onroerend goed

9. 8% overdrachtsbelasting bij woningen 

Het kabinet heeft voorgesteld om het tarief voor de overdrachtsbelasting op woningen vanaf 1 januari 2026 te verlagen van 10,4% naar 8%. Het 8%-tarief geldt voor alle woningaankopen, behalve voor situaties waarin een bestaande vrijstelling (startersvrijstelling) of het verlaagde tarief van 2% van toepassing is. Hiermee wil het kabinet het aanbod in huurwoningen vergroten.  

Feitelijk wordt hiermee een nieuw tarief toegevoegd. Het tarief van 10,4% blijft namelijk bestaan voor niet-woningen, zoals bedrijfspanden. Blijf daarom alert bij de aan- en verkoop van onroerend goed. Door de verwachte invoering per 1 januari 2026 kan het voordelig zijn om te wachten met het aankopen van een woning. 

Lees ook: 8% overdrachtsbelasting bij woningen

10. Laag btw-tarief voor cultuur en logies verdwijnt 

Veel culturele diensten en leveringen zijn nu belast tegen het 9% btw-tarief. Er is voorgesteld om vanaf 1 januari 2026 geen laag btw-tarief meer te hanteren. In plaats daarvan zouden de meeste culturele diensten en leveringen tegen een btw-tarief van 21% belast gaan worden. Denk daarbij aan hotelkamerverhuur, gemeubileerde vakantiewoningen, het verkopen van kunst, het uitlenen van boeken of de toegang tot een museum of sportwedstrijd. 

Sommige culturele diensten blijven belast tegen het lage btw-tarief van 9%, zoals kamperen en de entree voor attractieparken. Gebruik 2025 daarom om je systemen goed op orde te brengen. 

Lees ook: Laag btw-tarief voor cultuur en logies verdwijnt

Meer informatie over de Miljoenennota 2025 

Heb je na het lezen van deze top 10 nog vragen over de Miljoenennota, neem dan contact op via het contactformulier of je eigen CROP adviseur. Lees hier meer over onze fiscale dienstverlening. 

• Hier lees je alles over de Miljoenennota.