Miljoenennota 2023: 6 wijzigingen voor ondernemers en dga’s

23 september 2022
Nieuws

Onze fiscaal experts lichten de zes belangrijkste wijzigingen voor ondernemers en dga’s, die op Prinsjesdag in de Miljoenennota en het Belastingplan voor 2023 zijn gepresenteerd. Aan bod komen de uitfasering van de FOR, versnelde afbouw van de zelfstandigenaftrek, twee belastingschijven in box 2, aanpassing bedrijfsopvolgings- en doorschuifregeling, lenen van de bv en de oudedagsverplichting.

Ondernemers in de inkomstenbelasting

1. Uitfaseren oudedagsreserve (FOR)

Een ondernemer voor de inkomstenbelasting (bijvoorbeeld een vennoot in een vof) kan een deel van zijn winst reserveren om een fiscale oudedagsreserve (FOR) te vormen. Daarvan kan later een lijfrente worden aangekocht. Dit zorgt ervoor dat de ondernemer op latere leeftijd nog inkomsten heeft. De belastingheffing wordt dan uitgesteld totdat de lijfrente-uitkeringen worden ontvangen. Omdat de FOR niet altijd wordt gebruikt zoals deze bedoeld is, wordt deze uitgefaseerd. Dit betekent dat er vanaf 2023 geen bedragen meer aan de FOR mogen worden toegevoegd.

Tip: Een bestaande FOR kan in de komende jaren nog wel op de gebruikelijke wijze worden afgewikkeld.

2. Versnelde afbouw zelfstandigenaftrek

De zelfstandigenaftrek wordt versneld afgebouwd met € 1.280 per jaar (inclusief de reeds eerder op basis van het Belastingplan 2020 en het Belastingplan 2021 aangekondigde afbouw). De zelfstandigenaftrek wordt stapsgewijs verlaagd van € 6.310 in 2022 naar € 900 in 2027. Per 2023 bedraagt de zelfstandigenaftrek € 5.030.

Advies: De verhoging van de zelfstandigenaftrek voor starters (de startersaftrek) blijft vooralsnog ongewijzigd (€ 2.123). Let wel op: de fiscale ondernemersregelingen, waaronder de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek, worden in 2023 geëvalueerd.

Directeur-grootaandeelhouders

3. Box 2: aanmerkelijk belang

Voor het in box 2 belaste inkomen uit aanmerkelijk belang, zoals dividenden die een DGA uitgekeerd krijgt van zijn bv, geldt nu één tarief van 26,9%. Vanaf het jaar 2024 komen er twee belastingschijven in het box 2-tarief. Het tarief wordt progressief; hoe meer inkomen, hoe hoger het tarief. Het voorstel luidt als volgt:

Tarief inkomstenbelasting box 2 2024
Box 2-
tarief
Belastbaar inkomen meer dan (€) maar niet meer dan (€) Tarief 2024 (%)
Laag
tarief
67.000 24,5%
Hoog
tarief
67.000 31,00%

Advies: Overweeg je een grote dividenduitkering? Dan kun je dat gelet op de stijging van het tarief wellicht beter nog in 2023 doen.

Vanaf 2024 kan het interessant zijn om bij wisselende winsten een spreiding van dividenduitkeringen over de jaren te realiseren om zoveel mogelijk in de laagste tariefschijf te blijven. Denk hierbij ook aan de mogelijkheid om het box 2-inkomen bij fiscaal partnerschap te verdelen tussen de partners. In 2024 is het laagste tarief 2,4 procentpunt lager dan het tarief in 2022. Maak gebruik van dit verschil door dividenden tot maximaal € 67.000 in 2024 uit te keren.

Maar let op! Vanaf 2025 geldt voor het bepalen van de algemene heffingskorting het verzamelinkomen (dus niet meer alleen het belastbaar inkomen uit werk en woning). Het effectieve box 2-tarief voor een DGA met een laag loon neemt hierdoor aanzienlijk toe.

4. Aanpassing bedrijfsopvolgings- en doorschuifregeling

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en doorschuifregeling (DSR) zijn onmiskenbaar voor het behoud en de continuïteit van het bedrijfsleven. Het kabinet onderzoekt hoe oneigenlijk gebruik van de regeling kan worden voorkomen. Een mogelijke aanpassing is dat de BOR en de DSR voortaan niet meer op verhuurd vastgoed kunnen worden toegepast.

Advies: Aangezien een versobering van de BOR en DSR wordt verwacht, is timing nu van belang! Mocht u concrete plannen hebben om uw (familie)bedrijf over te dragen, dan adviseren wij om alvast naar de fiscale aspecten te kijken.

5. Lenen van de bv

Per 1 januari 2023 treedt een fiscale maatregel in om het lenen van de eigen bv te ontmoedigen. Deze maatregel is in 2018 aangekondigd en het wetsvoorstel  is op 13 september 2022 door de Tweede Kamer aangenomen. Kortgezegd wordt een aanmerkelijkbelanghouder die (samen met de fiscale partner) meer dan € 700.000 van de bv leent, voor het meerdere in de aanmerkelijkbelangheffing (box 2) betrokken. Dat deel van de schuld wordt dan aangemerkt als een belastbaar (fictief) dividend. Er wordt een uitzondering gemaakt voor schulden aan de bv voor de financiering van een eigen woning. Dergelijke leningen leiden onder voorwaarden niet tot belastingheffing in box 2.

De peildatum waarop de stand van de schulden aan de bv wordt beoordeeld is 31 december van het belastingjaar. Dit betekent dat het eerste peilmoment 31 december 2023 is.

Advies: Het is raadzaam om ruim vóór 31 december 2023 vast te stellen op welke wijze de schulden aan de bv tot het toegestane bedrag van € 700.000 kunnen worden teruggebracht. Wanneer al vaststaat dat verrekening van de schuld aan de bv via een dividenduitkering aan de aandeelhouder zal plaatsvinden, dan kan het voordelig zijn om de dividenduitkering in 2022 of 2023 te laten plaatsvinden.

Verder zou het gunstig kunnen zijn om de schulden aan de eigen bv af te lossen door overdracht van vastgoed aan de bv. Dit moet dan in 2022 plaatsvinden, omdat het kabinet heeft voorgesteld om het tarief voor de overdrachtsbelasting – die in principe verschuldigd is over de verkrijging van het vastgoed door de bv – te verhogen van 8% naar 10,4%.

Er zijn diverse mogelijke maatregelen die getroffen kunnen worden om de stand van de schulden aan de bv af te bouwen. De beste oplossing is afhankelijk van de specifieke omstandigheden. Wij nodigen je graag uit om samen met ons naar uw situatie te kijken om te bepalen welke acties mogelijk zijn.

6. Aanwenden oudedagsverplichting (ODV) voor lijfrente

Voorheen konden DGA’s een pensioenvoorziening opbouwen in hun eigen vennootschap. Toen dit werd afgeschaft, kon het pensioen worden afgekocht of worden omgezet in een oudedagsverplichting. Voordat een ODV tot uitkering komt, kan de DGA er een lijfrente van kopen. Omdat in de praktijk de wens bestond om een lijfrente aan te kopen nadat de ODV-uitkeringen zijn gestart (ook als al vijf jaar zijn verstreken na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingplichtige de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt), zijn hiervoor goedkeuringen afgegeven. Deze goedkeuringen, inclusief de daarin gestelde voorwaarden, worden nu in de wet opgenomen.

Advies: Het is dus niet meer nodig om de bv gedurende de uitkeringsfase aan te houden. Na afstorting van de ODV kan de bv worden opgeheven.

 

Alles over de Miljoenennota 2023