Dienst tussen hoofdkantoor Danske Bank en filiaal in Zweden is belast met btw

12 april 2021
Nieuws

Onlangs is door het Hof van Justitie (hierna: HvJ) in de zaak ‘Danske Bank’ (zaak nr. C-812/19, ECLI:EU:C2021:196) geconcludeerd dat diensten tussen het hoofdhuis in de ene lidstaat en de vaste inrichting in een andere lidstaat, belast zijn met btw indien het hoofdhuis deel uitmaakt van een fiscale eenheid en de vaste inrichting niet.

De zaak Danske Bank

In de zaak Danske Bank werd door het hoofdkantoor van de Danske Bank in Denemarken een vergoeding voor het gebruik van een IT-platform in rekening gebracht aan een filiaal in Zweden. Het hoofdhuis maakte deel uit van een fiscale eenheid voor de btw in Denemarken en het filiaal in Zweden maakte daarentegen geen deel uit van een fiscale eenheid voor de btw. In de Deense btw-wetgeving is, op basis van de btw-richtlijn, een territoriale beperking opgenomen ten aanzien van personen die onderdeel kunnen uitmaken van een fiscale eenheid. Gezien deze territoriale beperking en het feit dat een fiscale eenheid moet worden gelijkgesteld met één belastingplichtige heeft het HvJ geoordeeld dat het hoofdkantoor in Zweden en de vaste inrichting in Denemarken als twee afzonderlijke belastingplichtigen dienen te worden beschouwd.

Gevolgen voor de praktijk

In het besluit ‘Vaste inrichting’ van 18 december 2020 is door de Staatssecretaris van Financiën nog aangegeven dat, op grond van een uitspraak van de Hoge Raad in het verleden, een vaste inrichting van een Nederlands hoofdhuis dat deel uit maakt van een fiscale eenheid voor de btw ook tot de fiscale eenheid behoort en dat daarmee tussen het hoofdhuis en de vaste inrichting (voor de btw) geen prestaties in het economische verkeer plaatsvinden.

De vraag is in hoeverre het beleid nog houdbaar is maar vooralsnog kan een Nederlandse belastingplichtige zich nog beroepen op dit besluit en een uitspraak van de Hoge Raad.

Het is belangrijk om na te gaan wat de btw-gevolgen en verplichtingen in het buitenland zijn als gevolg van deze uitspraak voor de onderlinge prestaties tussen een fiscale eenheid btw met een vaste inrichting in een ander land. De buitenlandse belastingdiensten kunnen deze prestaties mogelijk wel relevant voor de btw beschouwen met de mogelijke gevolgen voor de heffing van btw en compliance verplichtingen.

Heb je vragen over de btw-gevolgen van prestaties tussen het hoofdhuis en de vaste inrichting binnen jouw concern, neem dan contact op met één van onze btw-adviseurs of stuur een e-mail naar btw@crop.nl.