Wijziging kwalificatie buitenlandse rechtsvormen

22 september 2023
Artikel

De kwalificatie van buitenlandse rechtsvormen wordt gewijzigd. We zetten de gevolgen uiteen voor de vier meest voorkomende situaties.

Dit artikel vloeit voort uit de fiscale wijzigingen die zijn aangekondigd in de Miljoenennota 2024.

Een rechtsvorm, zoals een besloten vennootschap (bv) of een commanditaire vennootschap (cv), kan fiscaal op twee manieren worden behandeld:

  1. Als niet-transparant. Dan is de rechtsvorm zelf belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting; en
  2. Als transparant. Dan is de rechtsvorm zelf niet belastingplichtig, maar worden alle bezittingen en schulden voor fiscale doeleinden toegerekend aan de eigenaren.

 

Deze kwalificaties gelden voor in Nederland gevestigde rechtsvormen, maar ook voor in het buitenland gevestigde rechtsvormen. Het in Nederland gehanteerde beleid om tot vaststelling te komen of een rechtsvorm niet-transparant of transparant is wijkt af van hetgeen internationaal gebruikelijk is. Hierdoor ontstaat regelmatig een mismatch tussen de Nederlandse kwalificatie en de buitenlandse kwalificatie. Dit kan er toe leiden dat dezelfde inkomsten in twee landen belast zijn en tot 2020 dat inkomsten nergens belast waren. Vanaf 2020 zijn regels ingevoerd die misbruik van deze mismatches voorkomen. Het doel van de voorgestelde wijziging van de kwalificatie is de mismatches zelf zo veel mogelijk voorkomen vanaf 1 januari 2025.

Het wegnemen van deze mismatches is op de volgende wijze vormgegeven:

  1. Als de buitenlandse rechtsvorm vergelijkbaar is met een Nederlandse rechtsvorm, dan is de kwalificatie gelijk aan de Nederlandse rechtsvorm;
  2. Als de rechtsvorm niet vergelijkbaar is en de rechtsvorm is in het buitenland gevestigd, dan wordt de buitenlandse kwalificatie gevolgd; en
  3. Als de rechtsvorm niet vergelijkbaar is en de rechtsvorm is in Nederland gevestigd, dan wordt zij als niet-transparant en dus belastingplichtig aangemerkt.

 

Het was al de hoofdregel dat een buitenlandse vergelijkbare rechtsvorm hetzelfde werd behandeld als de Nederlandse equivalent, maar door de wijziging van de Nederlandse kwalificatie van de open cv en open fgr, kan de uitkomst wel wijzigen. De twee andere regels zijn wel nieuw en komen in de plaats van het besluit waarbij aan de hand van vier criteria bepaald moet worden hoe de rechtsvorm kwalificeert.

Gevolgen wijziging kwalificatie

De wijzigingen hebben niet enkel effect op de vennootschapsbelasting, maar werken ook door naar de inkomsten-, dividend-, bron-, erf-, schenk- en overdrachtsbelasting. Voor de omzetbelasting heeft het geen impact.

Doordat de wijziging doorwerkt naar veel belastingsoorten, kan het op veel verschillende manieren gevolgen hebben. Hieronder zijn de gevolgen van de vier meest voorkomende gevallen weergegeven.

  1. Een Nederlandse bv heeft een belang in een buitenlandse rechtsvorm

In een aantal gevallen zal de kwalificatie van de buitenlandse rechtsvorm wijzigen van niet-transparant naar transparant. Dit betekent dat de deelnemingsvrijstelling niet meer van toepassing is, maar dat de bezittingen en schulden van de buitenlandse entiteit aan de Nederlandse bv worden toegerekend. In veruit de meeste gevallen zal dit er toe leiden dat er voor Nederlandse fiscale doeleinden een vaste inrichting in het andere land ontstaat en de objectvrijstelling geclaimd kan worden. De systematiek van de objectvrijstelling wijkt echter af van de deelnemingsvrijstelling. Waardoor niet altijd het hele inkomen is vrijgesteld. Dit speelt met name als de valuta in het andere land afwijkt van de valuta waar in Nederland aangifte wordt gedaan.

  1. De Nederlandse bv heeft aandeelhouders doe een buitenlandse rechtsvorm hebben

Als deze aandeelhouders voortaan als transparant kwalificeren is er bij een dividenduitkering mogelijk dividendbelasting verschuldigd. Dit komt doordat er per aandeelhouder beoordeeld moet worden of er dividendbelasting ingehouden moet worden, als de directe aandeelhouder transparant is, dan vindt deze beoordeling plaats op het niveau van de eigenaren van het transparante lichaam. Als deze niet kwalificeren voor de vrijstelling in de dividendbelasting, moet er dividendbelasting worden ingehouden. Ook kunnen zij door de wijziging in de kwalificatie buitenlands belastingplichtig worden voor de vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting in Nederland.   

  1. Een buitenlandse rechtsvorm die wordt geleid vanuit Nederland

Als de werkelijke leiding van een buitenlandse rechtsvorm zich in Nederland bevindt en de rechtsvorm is niet vergelijkbaar met een Nederlandse rechtsvorm, dan wordt deze belastingplichtig in Nederland voor de vennootschapsbelasting. Dit kan bijvoorbeeld een buitenlandse trust zijn waarin beleggingsvermogen is ingebracht. Een trust is vaak niet vergelijkbaar met een Nederlandse rechtsvorm en als de werkelijke leiding van de trust zich in Nederland bevindt, doordat de belangrijkste beslissingen hier worden genomen, dan is de trust hier belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting vanaf 2025.

  1. Een individu heeft een belang in een buitenlandse rechtsvorm

Als deze buitenlandse rechtsvorm transparant wordt, dan moeten alle bezittingen en schulden van dit transparante lichaam worden opgenomen in de Nederlandse aangifte inkomstenbelasting, in plaats van het belang in de buitenlandse rechtsvorm. Dit kan er toe leiden dat het belang van box 2 naar box 3 gaat. Hierdoor moet er in beginsel in box 2 worden afgerekend over de waardestijging tot en met 31 december 2024. Ook kan de kwalificatie in box 3 wijzigingen, hetgeen tot een hogere heffing kan leiden.

Ook voor de hierboven niet beschreven gevallen waarin een buitenlandse rechtsvorm in de structuur zit, kunnen er (grote) fiscale gevolgen in Nederland zijn.

Beoordeling en herstructurering in 2024

Voor alle structuren met buitenlandse rechtsvormen moet beoordeeld worden of de kwalificatie gaat wijzigen per 1 januari 2025. Voor 2024 zijn er diverse overgangsmaatregelen aangekondigd die fiscaal geruisloos herstructureren in 2024 mogelijk maken. Daarom is het van groot belang dat deze beoordeling tijdig in 2024 plaats vindt, zodat eventuele nadelige gevolgen van de wijzigingen in de kwalificatie voorkomen kunnen worden. Als de beoordeling pas plaats vindt na 1 januari 2025 zal voorkomen van de extra belastingheffing in de meeste gevallen niet meer mogelijk zijn.

Neem daarom tijdig contact met je CROP advisuer.

Meer informatie

Heb je na het lezen van dit artikel nog vragen, neem dan contact op met Robert Honing of met je persoonlijke CROP adviseur.  

Nieuwsbrief

Altijd als eerste op de hoogte zijn van het laatste nieuws? Schrijf je in!

Door je in te schrijven voor onze nieuwsbrief ga je akkoord met onze privacy verklaring.