Een niet nagekomen periodiek verrekenbeding, en nu?
Veel mensen trouwen onder het maken van huwelijksvoorwaarden, zeker wanneer één van de partners een onderneming drijft. Huwelijksvoorwaarden zijn er in allerlei soorten en maten.
Hierna gaan wij in op huwelijksvoorwaarden waarin een periodiek verrekenbeding is opgenomen. Dit periodiek verrekenbeding moet in beginsel uitgevoerd worden, maar wat als je dit niet gedaan hebt?
Wat is een periodiek verrekenbeding?
Het meest voorkomende periodiek verrekenbeding is een afspraak tussen partners waarin wordt bepaald dat de echtgenoten periodiek de overgespaarde inkomsten met elkaar zullen delen. Deze overgespaarde inkomsten bestaan kort gezegd uit het inkomen na aftrek van de kosten van de huishouding.
De praktijk leert dat de periodieke verrekening vaak achterwege wordt gelaten. Bij het einde van het huwelijk, meestal ingeval van echtscheiding, blijkt vervolgens dat het niet nakomen van de verrekenplicht verstrekkende gevolgen heeft.
Gevolgen van het niet nakomen
Wanneer het periodieke verrekenbeding niet is nagekomen, wordt gedaan alsof sprake is van een finaal verrekenbeding. Bij een finaal verrekenbeding wordt het vermogen verdeeld alsof er een gemeenschap van goederen aanwezig was. Hierdoor is ook het wettelijk bewijsvermoeden van toepassing. Dit bewijsvermoeden houdt kort gezegd in dat het aanwezige vermogen geacht wordt te zijn gevormd uit hetgeen verrekend had moeten worden. Gevolg: het totale vermogen wordt aan beide partners toegerekend en wordt bij helfte verdeeld.
Dit vermoeden kan weerlegd worden, maar dat is niet eenvoudig. Je moet kunnen bewijzen dat het vermogen of bepaalde bestanddelen daarvan niet gevormd zijn uit onverrekend overgespaard inkomen. Na een huwelijk van vele jaren is het vrijwel onmogelijk om de verrekening op correcte wijze te bepalen omdat het te verrekenen inkomen vaak is vermengd met privévermogen en er wellicht al investeringen mee zijn gedaan.
Helpt het opnemen van een vervalbeding?
In huwelijksvoorwaarden wordt soms een vervalbeding opgenomen. Een vervalbeding houdt in dat na een bepaalde periode, bijvoorbeeld vijf jaar, de verplichting tot verrekening komt te vervallen.
Uit de rechtspraak blijkt echter dat ondanks het opnemen van een vervalbeding, echtgenoten elkaar hier onder omstandigheden niet aan kunnen houden in geval van echtscheiding. Het vervalbeding biedt dus vaak geen oplossing wanneer er niet verrekend is.
En nu?
Het is mogelijk om samen met je partner een vaststellingsovereenkomst op te stellen. Hierin neem je dan op welk inkomen verrekend had moeten worden. Aandachtspunt hierbij is dat de vaststellingsovereenkomst moet aansluiten bij hetgeen is opgenomen in de huwelijksvoorwaarden. Het begrip ‘inkomen’ moet dus op de juiste manier geïnterpreteerd worden. Tevens zal er een rekenkundige exercitie moeten plaatsvinden om het te verrekenen bedrag te bepalen. Wanneer het inkomensbegrip niet goed geïnterpreteerd wordt of wanneer de verrekening niet juist is bepaald, zal de vaststellingsovereenkomst geen oplossing zijn. Laat je dus goed adviseren over de verrekening.
Vervolgens zal er jaarlijks verrekend moeten worden. Een goed moment om dit te doen is bijvoorbeeld het moment van opstellen van de aangifte inkomstenbelasting. Heb je dus een verrekenbeding, dan is dit het moment om actie te ondernemen.
Ook kun je je afvragen of het periodieke verrekenbeding nog gewenst is. Je kunt overwegen de huwelijkse voorwaarden aan te passen en het periodieke verrekenbeding te schrappen indien je toch niet wilt verrekenen.
Meer informatie?
Heb je vragen over jouw huwelijksvoorwaarden, neem dan contact op met een van onze adviseurs: Puck van de Vlasakker of Marloes Bogaards.