Belastingrente van 8% is te hoog volgens de rechter
Recentelijk heeft de rechtbank Noord-Nederland geoordeeld dat het belastingrentepercentage van 8% onredelijk hoog is en verlaagd moet worden naar 4%. Dit zou sommige bedrijven flink wat kosten kunnen besparen, mits zij hun rechten op tijd veiligstellen. Door nu al een verzoek tot vermindering van de belastingrente in te dienen, kunnen bedrijven profiteren als de Hoge Raad de verlaging uiteindelijk bevestigt.
De Belastingdienst berekent belastingrente over een aanslag met een te betalen bedrag als de aanslag meer dan zes maanden na afloop van het (boek)jaar is gedagtekend. Dit geldt zowel voor voorlopige- als definitieve aanslagen. In 2022 en 2023 werd gerekend met een rentepercentage van 8% voor de vennootschapsbelasting. Sinds 1 januari 2024 is dit percentage zelfs 10%.
Dit percentage is zo hoog om belastingplichtigen te stimuleren om tijdig aangifte te doen of een voorlopige aanslag aan te vragen. Als dit binnen vier maanden na afloop van het boekjaar wordt gedaan voor het juiste bedrag, dan is er geen rente verschuldigd. In de praktijk lukt dit lang niet altijd, doordat de belastingpositie vaak nog niet volledig bekend is vier maanden na afloop van het boekjaar.
Veel bedrijven vinden het gehanteerde percentage onredelijk hoog. Tegen dit hoge percentage van 8% heeft een belastingplichtige bezwaar gemaakt en na afwijzing van dit bezwaar is zij in beroep gegaan. Op 7 november 2024 heeft Rechtbank Noord-Nederland geoordeeld dat een rentepercentage van 8% in strijd is met het evenredigheidsbeginsel en moet worden gesteld op 4%. Deze 4% is ook de belastingrente die geldt voor de overige belastingsoorten.
De verwachting is dat de Belastingdienst in hoger beroep gaat bij het gerechtshof of dat er sprongcassatie wordt ingesteld, zodat de Hoge Raad direct een arrest kan wijzen. Pas als de Hoge Raad een arrest heeft gewezen is het definitief duidelijk of de belastingrente van 8% inderdaad onevenredig hoog is en verlaagd moet worden. Dit kan echter nog wel meer dan een jaar duren.
Veilig stellen van je rechten
Om je rechten veilig te stellen, zodat de belastingrente bij een gunstig arrest ook verlaagd kan worden, is tijdige actie vereist.
Meestal legt de Belastingdienst bij een te betalen bedrag aan belasting eerst een voorlopige aanslag op. Deze voorlopige aanslag bevat dan ook de belastingrente. Tegen de voorlopige aanslag en de belastingrente op de voorlopige aanslag kan niet direct bezwaar gemaakt worden, maar moet eerst een verzoek tot vermindering worden ingediend. Als dit verzoek wordt afgewezen, kan bezwaar worden gemaakt tegen deze afwijzing.
Dit proces heeft één groot voordeel, de deadline voor een dergelijk verzoek is niet, zoals gebruikelijk binnen het belastingrecht, zes weken, maar de deadline is zes weken nadat de definitieve aanslag is opgelegd.
Dit betekent bijvoorbeeld dat als er op 1 december 2022 een voorlopige aanslag 2020 is opgelegd met belastingrente en de definitieve aanslag op 1 november 2024 is opgelegd, er nog tot en met 13 december 2024 een verzoek tot vermindering van de belastingrente ingediend kan worden.
Het is ook mogelijk dat pas rente wordt berekend bij het opleggen van de definitieve aanslag, dan gelden de reguliere regels en moet binnen zes weken bezwaar worden gemaakt.
Dus als er een (voorlopige) aanslag is opgelegd in 2022 of later met belastingrente en de definitieve aanslag is nog niet of minder dan zes weken geleden opgelegd, dan kan verzocht worden om de belastingrente te verlagen en daarmee worden je rechten veilig gesteld. Zodat als de Hoge Raad oordeelt dat 8% te hoog is, je de te veel betaalde belastingrente terugkrijgt.
Neem contact op
Heb je vragen of wil je dat wij dit verzoek indienen? Neem dan gerust contact met ons op!