Belastingplan 2025: Aanpassingen bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)

25 september 2024
Artikel

In het wetsvoorstel ‘Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025’ zijn  verschillende aanpassingen doorgevoerd in de bedrijfsopvolgingsregeling. We zetten de belangrijkste wijzigen hieronder op een rijtje.

Dit artikel vloeit voort uit de fiscale wijzigingen die zijn aangekondigd in de Miljoenennota 2025.

De wijzigingen zien op de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) en op de doorschuifregeling (DSR) in de inkomstenbelasting.

De bedrijfsopvolgingsregeling is een faciliteit die zowel in de inkomstenbelasting als in de Successiewet is opgenomen om bedrijfsoverdrachten te verbeteren. Hierbij kan ondernemingsvermogen door  schenking of vererving fiscaal vriendelijk overgaan en betaalt de schenker of erflater onder voorwaarden geen inkomstenbelasting. Deze belastingclaim schuift dan door naar de verkrijger.

  • Afschaffing 5% doelmatigheidsmarge
    Bij de 5% doelmatigheidsmarge kwalificeert eventueel beleggingsvermogen tot een maximum van 5% van het ondernemingsvermogen voor de BOR en de DSR. Per 1 januari 2025 wordt deze doelmatigheidsmarge van 5% in de BOR afgeschaft. Ook wordt de marge voor de DSR afgeschaft, er is alleen nog niet duidelijk wanneer deze wijziging in werking treedt.
  • Zakelijk en privé gebruik bedrijfsmiddelen
    Bedrijfsmiddelen die zowel voor zakelijke doeleinden als voor privé worden gebruikt, kunnen als ondernemingsvermogen worden gekwalificeerd voor de BOR en de DSR. Met ingang van 1 januari 2025 kwalificeren deze bedrijfsmiddelen alleen nog als ondernemingsvermogen als deze voor tenminste 90% voor zakelijke doeleinden worden gebruikt. Uit doelmatigheid geldt dit alleen voor bedrijfsmiddelen met een waarde vanaf € 100.000.
  • Afschaffing dienstbetrekkingseis
    Voor toepassing van de DSR in de inkomstenbelasting is vereist dat de bedrijfsopvolger ten minste 36 maanden in dienst moet zijn van de onderneming. Per 1 januari 2025 komt deze dienstbetrekkingseis van 36 maanden voor de DSR bij schenkingen van aanmerkelijk belang aandelen te vervallen. Voor de schenking/ vererving van een eenmanszaak of VOF naar een medeondernemer/ werknemer blijft de 36 maanden termijn wel nog gelden.
  • Invoeren minimumleeftijd
    Per 1 januari 2025 wordt een minimumleeftijd ingevoerd voor zowel de BOR als voor de DSR. De minimumleeftijd wordt gesteld op 21 jaar en geldt alleen wanneer de onderneming door middel van een schenking wordt verkregen. Als de onderneming door middel van vererving toekomt aan de bedrijfsopvolger geldt de minimumleeftijd niet.
  • Aanpassing vrijstelling
    Per 1 januari 2025 wordt de BOR-vrijstelling in de Successiewet verhoogd naar een bedrag van € 1.500.000 (2024: € 1.325.253). Voor het meerdere geldt een vrijstelling van 75% van het ondernemingsvermogen (2024: 83%).
  • Aanpassing voortzettingseis
    De bedrijfsopvolger moet de onderneming gedurende een bepaalde periode voortzetten om gebruik te kunnen maken van de BOR. Per 1 januari 2025 wijzigt deze voorzettingsperiode van vijf jaar naar drie jaar. Wanneer er niet wordt voldaan aan deze voortzettingsperiode is de vrijstelling voor de schenk- en erfbelasting niet van toepassing en is alsnog (extra) belasting verschuldigd.
    Met ingang van 1 januari 2026 wordt de voortzettingseis verder versoepeld om veranderingen in de structuur mogelijk te maken. Door deze versoepelingen hoeft een wijziging in de juridische structuur de voorzettingseis niet in de weg te staan.

Verdere wijzigingen per 1 januari 2026

  • Beperking BOR en DRS tot gewone aandelen
    In het wetsvoorstel is een wijziging per 1 januari 2026 opgenomen inzake de beperking van de BOR en DRS tot enkel gewone aandelen. De vrijstelling van de BOR en de DSR geldt enkel nog voor gewone aandelen waarbij er minimaal 5% van het geplaatste kapitaal in bezit is. De BOR en DSR blijven echter wel gelden voor preferente aandelen die zijn ontstaan bij een gefaseerde bedrijfsopvolging.
  • BOR toepassen op hoge leeftijd
    Voor de BOR geldt bij schenkingen een bezitseis van 5 jaar en bij overlijden van 1 jaar. Gedurende deze periode moet de onderneming dan wel de aandelen in het bezit zijn voordat van de BOR gebruik kan worden gemaakt.Voor toepassing van de BOR geldt geen maximumleeftijd. Om eigenlijk gebruik te voorkomen, stelt het kabinet voor om per 1 januari 2026 de bezitstermijn voor erflaters en schenkers op hoge leeftijd stapsgewijs te verlengen.
  • Aanpak dubbel BOR-constructies
    Onder voorwaarden was het mogelijk om vaker dan 1 keer gebruik te maken van de BOR voor dezelfde onderneming. Dit werd gedaan door de geschonken onderneming na verloop van de voortzettingstermijn terug te kopen en na de nieuwe bezitsperiode opnieuw te schenken. Voorgesteld wordt om vanaf 1 januari 2026 toepassing van de BOR uit  te sluiten voor zover de onderneming eerder in bezit is geweest en dan tot het bedrag van de eerdere toepassing van de BOR.
  • Aanpassing bezitseis BOR
    Voor de BOR geldt een bezitseis voor de onderneming bij overlijden van minimaal één jaar en bij schenken van minimaal 5 jaar. Bij herstructureringen was het risico dat er een nieuwe bezitstermijn ging lopen. Voorgesteld wordt dat met ingang van 2026 geen nieuwe termijn gaat lopen bij veranderingen in de structuur of de rechtsvorm mits de gerechtigdheid tot de onderneming maar hetzelfde blijft.

Tot slot

Met de toepassing van de BOR kan veel schenk- of erfbelasting bespaard worden. Een goede begeleiding van een bedrijfsopvolging is noodzakelijk en moet tijdig worden ingezet. Raadpleeg daarom je adviseur om verrassingen achteraf te voorkomen of neem direct contact met ons op.

Hier lees je alles over de Miljoenennota 

Neem contact op

Nieuwsbrief

Altijd als eerste op de hoogte zijn van het laatste nieuws? Schrijf je in!

Door je in te schrijven voor onze nieuwsbrief ga je akkoord met onze privacy verklaring.