Toestemming partner bij overnames en zakelijke financiering – oplettendheid blijft geboden

16 februari 2021
Artikel

Waarom toestemming?

Voor het aangaan van bepaalde rechtshandelingen is toestemming van de andere echtgenoot (of geregistreerd partner) nodig. Het gaat dan om rechtshandelingen die gezien het voorwerp of de aard van de rechtshandeling benadelend kunnen zijn of een groot financieel risico meebrengen. Denk daarbij aan het doen van aanzienlijke giften, koop op afbetaling of de verkoop van de echtelijke woning. Ook is toestemming nodig voor het stellen van zekerheid voor van het eigen bedrijf, tenzij die schulden passen in de normale uitoefening van het bedrijf. Bij die laatste kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het borgstellen voor financiering van de bank.

Dit vloeit voort uit artikel 1:88 BW. De regeling is van toepassing ongeacht het huwelijksgoederenregime. Of de echtgenoten in gemeenschap van goederen getrouwd zijn of wanneer er sprake is van huwelijkse voorwaarden maakt dus niet uit voor de verplichting toestemming te verkrijgen.

Achtergrond van die bepaling in de wet is de bescherming van het gezinsvermogen. Doordat toestemming vereist is, kan een echtgenoot niet op eigen houtje het gezinsvermogen binden. Het toestemmingsvereiste vloeit voort uit het familierecht, maar heeft een doorwerking op veel meer rechtsgebieden.

Geen toestemming?

Het toestemmingsvereiste kan grote gevolgen hebben. Was de toestemming wel vereist maar niet verkregen, dan kan de andere echtgenoot de rechtshandeling vernietigen. Gelet op de verstrekkende gevolgen is oplettendheid bij het aangaan van bepaalde rechtshandelingen dus geboden. Dat het desondanks nog regelmatig misgaat op dit onderwerp, blijkt onder meer uit twee rechterlijke uitspraken die recent werden gepubliceerd.

Toestemming bij overnames

Bij een overname is het niet ongebruikelijk dat een gedeelte van de koopsom nog niet direct door de koper aan de verkoper wordt voldaan. Het restant wordt omgezet in een geldlening, die de koper later aan de verkoper aflost. Omdat de verkoper er zeker van wil zijn dat de geldlening ook daadwerkelijk afgelost wordt, is het niet ongebruikelijk dat de ondernemer in privé borg staat voor de verplichtingen uit de geldleningsovereenkomst. Als een ondernemer zich privé borg stelt voor die verplichtingen van de vennootschap, is toestemming van de echtgenoot nodig.

Ook wanneer een ondernemer niet vanuit een vennootschap maar vanuit privé een overname doet kan het toestemmingsvereiste een belangrijke rol spelen. In een zaak die speelde bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch had het toestemmingsvereiste een hoofdrol. Hier had een ondernemer een onderneming gekocht, waarbij de koopsom omgezet was in een geldlening. Het Gerechtshof kwalificeerde die transactie als een ‘koop op afbetaling’, zoals destijds opgenomen in artikel 7a:1576 BW. Die regeling is nu – in aangepaste vorm – opgenomen in artikel 7:84 BW. Omdat de koop met omzetting van de koopprijs als koop op afbetaling aangemerkt werd, was toestemming van de echtgenoot vereist. Nu die toestemming niet gegeven was, kon de geldleningsovereenkomst worden vernietigd. De vordering van verkoper tot betaling van de koopsom slaagde daarom niet.

Toestemming bij zakelijke financiering

Ook bij zakelijke financiering is oplettendheid geboden, zo bleek maar weer eens uit een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van januari dit jaar. Wanneer ondernemers zich borg stellen voor zakelijk financiering is toestemming van de echtgenoot vereist wanneer deze niet binnen de normale bedrijfsvoering is aangegaan.

In deze zaak ging het om een financiering die de vennootschap via een crowdfundingplatform verkreeg ter overbrugging van een nijpend liquiditeitstekort. De ondernemer had zich in privé borg gesteld voor de financiering, zonder dat de echtgenoot meegetekend had. Nadat de vennootschap failliet ging vernietigde de echtgenoot de borgstelling.

In de procedure over die borgstelling stelde het crowdfundplatform dat de financiering was verstrekt binnen de normale bedrijfsvoering en dat derhalve toestemming niet nodig was. In die redenering gingen de rechtbank en nu ook het Gerechtshof niet mee. Gelet op de slechte financiële toestand van de vennootschap ten tijde van het aantrekken van de financiering en de financieringsvoorwaarden – een hoge rente die het risico van de financiering reflecteerde – oordeelde het Gerechtshof dat geen sprake was een financiering die in de normale bedrijfsvoering is aangegaan.

Voor de praktijk: is toestemming vereist?

Juist in deze tijd, waarin financiering door crowdfunding, familie of informal investors steeds gangbaarder wordt, is voor het voor financiers belangrijk om goed te kijken of de financiering wel op de juiste wijze verstrekt wordt. Het ontbreken van een handtekening van de echtgenoot kan anders bijvoorbeeld betekenen dat een borgstelling in privé in de praktijk geen enkele waarde blijkt te hebben.

Het is van belang om na te gaan of toestemming vereist is, waarbij het niet uitmaakt of de financier wist dat de toestemming vereist was. Ook als pas later blijkt dat er een echtgenoot is, dan kan deze de rechtshandeling vernietigen. Voor de beoordeling of toestemming vereist is maakt het huwelijksgoederenregime tussen de echtgenoten niet uit, ook bij uitsluiting van elke gemeenschap van goederen is nog steeds toestemming vereist.

Twijfel je of toestemming nodig is in jouw geval? CROP Legal denkt graag met je mee!

Neem contact op

Relevante diensten

Nieuwsbrief

Altijd als eerste op de hoogte zijn van het laatste nieuws? Schrijf je in!

Door je in te schrijven voor onze nieuwsbrief ga je akkoord met onze privacy verklaring.