Corona en pensioen
Wanneer de onderneming door de gevolgen van de coronacrisis in de financiële problemen komt, kan ook de betaalbaarheid van de collectieve pensioenregeling voor de werknemers onder druk komen te staan. In dit artikel staan we stil bij een aantal mogelijkheden om de financiële gevolgen voor de werkgever te verzachten. Daarnaast behandelen we de fiscale mogelijkheden om bij tijdelijke arbeidsduurverkorting de pensioenopbouw op basis van de situatie voor de arbeidsduurverkorting voort te zetten.
Uitstel van betaling van pensioenpremies
Pensioenpremies moeten in beginsel binnen de daartoe geldende betaaltermijnen worden betaald. Het te laat betalen van de pensioenpremies aan een bedrijfspensioenfonds kan leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid. Dit is het geval als niet binnen 2 weken nadat de pensioenpremie had moeten worden afgedragen de melding betalingsonmacht wordt gedaan.
Een verzekeraar of premie pensioeninstelling kan, na meerdere malen de werkgever aangesproken te hebben op de premieachterstand, de werknemers zelfstandig informeren over de niet afgedragen pensioenpremie. Na een periode van 3 maanden na deze melding kan de verzekeraar of premie pensioeninstelling de opbouw/verzekering van het pensioen zelfs staken. In dat geval wordt voor de werknemer geen pensioen meer opgebouwd en de riscoverzekeringen, zoals het nabestaanden- en arbeidsongeschiktheidspensioen, komen zonder waarde te vervallen
Advies
Ons advies is om bij betalingsonmacht direct contact op te nemen met de uitvoerder en uitstel van betaling te vragen. Vergeet bij een bedrijfspensioenfonds dan niet om de melding betalingsonmacht te doen. Tijdens de periode van uitstel van betaling gaat de pensioenopbouw van de werknemers gewoon door. De werknemers merken hier dus niets van.
Tegemoetkoming ondernemers door pensioenuitvoerders
Op 21 maart 2020 hebben de Stichting van de Arbeid, de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars aangegeven, dat zij ondernemers tegemoet komen als er door het coronavirus problemen ontstaan met de betaling van de pensioenpremies. Het gaat hierbij om de volgende oplossingsrichtingen:
- Het treffen van betalingsregelingen. Hiervoor moet de werkgever zichzelf melden bij het bedrijfspensioenfonds, de verzekeraar of de premie pensioeninstelling. Let op: wij zijn van mening dat bij betalingsproblemen nog steeds tijdig de melding betalingsonmacht bij een bedrijfspensioenfonds moet worden gedaan.
- De termijn voor de afdracht van pensioenpremies wordt verruimd. Verzekeraars en premie pensioeninstellingen hebben hier overigens in de praktijk nauwelijks ruimte voor, hooguit twee à drie maanden. Als zij meer ruimte willen bieden lopen zij het risico dat wanneer de werkgever niet aan de betaling van de premie kan voldoen zij wel de pensioenopbouw moeten toekennen zonder dat zij hiervoor premie hebben ontvangen.
- Pensioenfondsen zullen een minder strikt invorderingsbeleid voeren en het opleggen van administratieve boeten uitstellen.
Advies
De premiebetalingsproblematiek verschilt per sector of werkgever. Dat vraagt om maatwerk. Stem vooraf goed met jouw pensioenuitvoerder af welke mogelijkheden hij kan bieden. Betrek daarbij ook je pensioenadviseur.
Wijzigen pensioenregeling
Werkgevers met een pensioenregeling die is ondergebracht bij een verzekeraar, premie pensioeninstelling (ppi), algemeen pensioenfonds of ondernemingspensioenfonds hebben de mogelijkheid om hun pensioenregeling eenzijdig te wijzigen. Dat kan overigens alleen als er sprake is van een zodanig belang van de werkgever dat het belang van de werknemers dat door de wijziging zou worden geschaad daardoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. Een werkgever die geraakt wordt door de gevolgen van de coronacrisis waardoor de continuïteit van zijn onderneming in het geding is, lijkt eenvoudig aan te kunnen tonen dat zijn belang zwaarder weegt dan dat van zijn werknemers.
Hij kan in dat geval overwegen om de pensioenovereenkomst met zijn werknemers zo te wijzigen dat er alleen nog risicodekking is voor het nabestaanden- en arbeidsongeschiktheidspensioen en vrijstelling premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid. Dat zijn belangrijke risico’s die een werknemer direct loopt en waarvan je de dekking als werkgever niet zomaar wilt stopzetten. De opbouw van het ouderdomspensioen neemt in de meeste pensioenregelingen het grootste deel van de totale pensioenlasten in. Door de pensioenregeling zo aan te passen dat de opbouw van ouderdomspensioen in afwachting van betere tijden wordt verminderd of zelfs stopgezet, creëert de werkgever financiële ruimte. Wanneer sprake is van betere tijden kan de oorspronkelijke pensioenovereenkomst weer worden hersteld en de misgelopen pensioenopbouw ingehaald. Het is belangrijk dat de werkgever vooraf goed in beeld heeft wat de gevolgen zullen zijn wanneer hij gebruik wil maken van zijn mogelijkheid de pensioenregeling eenzijdig te wijzigen.
Als de onderneming onder de verplichtstelling van een bedrijfstakpensioenfonds valt, kan de werkgever de pensioenregeling niet wijzigen. De sociale partners bepalen immers op bedrijfstakniveau of en wat er wordt gewijzigd.
Advies
Wanneer je gebruik wilt maken van de mogelijkheid om jouw pensioenregeling te wijzigen betrek daar dan zo snel mogelijk jouw werknemers/OR, pensioenuitvoerder en pensioenadviseur bij.
Werkgeverbijdrage in pensioenregeling verminderen of beëindigen
In de meeste pensioenregelingen die zijn ondergebracht bij een verzekeraar, premiepensioeninstelling, algemeen pensioenfonds of ondernemingspensioenfonds zal in de pensioenovereenkomst zijn opgenomen dat de werkgever zich het recht kan voorbehouden de premiebetaling, voorzover deze betrekking heeft op de bijdrage van de werkgever, te verminderen of zelfs te beëindigen in geval van een ingrijpende wijziging van omstandigheden.
De werkgever die als gevolg van de huidige coronacrisis financieel niet meer in staat is de pensioenpremies te betalen lijkt met succes een beroep te kunnen doen op het premiebetalingsvoorbehoud. Een werkgever moet wel eerst zijn werknemers en pensioenuitvoerder informeren dat hij zich beroept op het premiebetalingsvoorbehoud.
Het ligt voor de hand dat in de uitvoeringsovereenkomst tussen werkgever en pensioenuitvoerder is vastgelegd dat bij een beroep op premiebetalingsvoorbehoud door de werkgever, de werknemer vanaf dat moment geen of minder pensioen zal opbouwen. Het is daarbij van belang dat de risicodekkingen voor het nabestaanden- en arbeidsongeschiktheidspensioen en vrijstelling premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid in stand blijven. Dat zijn, zoals in voorgaand onderwerp ook al is genoemd, belangrijke risico’s die een werknemer direct loopt en waarvan je de dekking als werkgever niet zomaar wilt stopzetten.
Ook ligt het voor de hand dat in de uitvoeringsovereenkomst bepalingen staan wanneer de werkgever de premiebetaling weer moet hervatten en of hij de niet afgedragen premie later kan inhalen. Het is belangrijk dat de werkgever vooraf goed in beeld heeft wat de gevolgen zullen zijn wanneer hij gebruik maakt van het premiebetalingsvoorbehoud.
Advies
Wanneer je gebruik wilt maken van de mogelijkheid om jouw werkgeverbijdrage in de pensioenregeling te verlagen of te beëindigen betrek daar dan zo snel mogelijk jouw werknemers/OR, pensioenuitvoerder en pensioenadviseur bij.
Arbeidsduurverkorting en pensioenopbouw
Het Centraal Aanspreekpunt Pensioen van de Belastingdienst (CAP) heeft in haar Vraag & Antwoord 20-004 de mogelijkheden behandeld die er zijn om de pensioenopbouw voort te zetten ingeval er een tijdelijke arbeidsduurverkorting wordt toegepast als gevolg van de maatregelen rondom het coronavirus.
Het CAP onderscheidt de volgende mogelijkheden:
- Arbeidsduurverkorting waarbij de dienstbetrekking geheel in stand blijft In dat geval blijft er gewoon sprake van pensioengevende diensttijd. Dat hierbij sprake kan zijn van een lager pensioengevend loon hoeft geen probleem te zijn mits sprake is van een gebruikelijke loonsverlaging. Bij een gebruikelijke loonsverlaging kan de pensioenopbouw worden voortgezet over het loon dat voorafgaande aan de arbeidsduurverkorting werd genoten.
- Arbeidsduurverkorting waarbij de dienstbetrekking (gedeeltelijk) tijdelijk wordt beëindigd. Als de werknemer een inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering ontvangt (denk aan een WW-uitkering), is er sprake van pensioengevende diensttijd. De pensioenopbouw mag worden voortgezet op basis van het pensioengevend loon dat voorafgaande aan de arbeidsduurverkorting werd genoten.
- Arbeidsduurverkorting waarbij geen sprake is van onvrijwillig ontslag of er geen inkomensvervangende, loongerelateerde uitkering wordt ontvangen. Ook in dat geval kan er onder voorwaarden gebruik gemaakt worden van de vrijwillige voortzetting van de pensioenopbouw. Belangrijk hierbij is dat de vrijwillige voortzetting direct aansluit op het beëindigen van de dienstbetrekking en niet begint binnen 3 jaar voor de bij de voormalige werkgever geldende pensioendatum van de pensioenregeling die vrijwillig wordt voortgezet.
Advies
Wanneer je arbeidsduurverkorting hebt aangevraagd en je wilt voor jouw werknemers de pensioenopbouw ongewijzigd voor zetten neem dan contact op met jouw pensioenuitvoerder en betrek jouw pensioenadviseur hier bij.