De 10 meest opvallende fiscale maatregelen in het coalitieakkoord

17 december 2021
Nieuws

“Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst” is het motto van het gepresenteerde coalitieakkoord van 15 december 2021. Hieronder geven wij op hoofdlijnen weer wat er op fiscaal vlak is aangekondigd in voormeld akkoord. Onderstaande maatregelen zullen in de regeerperiode van het kabinet via wetsvoorstellen meer concreet worden. Uiteraard weiden we hierover uit wanneer de wetsvoorstellen worden ingediend en behandeld.

Hieronder staan de meest in het oog springende fiscale maatregelen.

Loonbelasting, Inkomstenbelasting en Successiewet

  1. Er komt een lastenverlichting voor met name de middeninkomens, werkenden en gezinnen.
  2. Het voorstel is om de zogenoemde middelingsregeling af te schaffen per 2023.
  3. De onbelaste reiskostenvergoeding wordt verhoogd per 1 januari 2024. Momenteel kan € 0,19 per kilometer onbelast worden vergoed. Vanwege onder andere de inflatie zal dit bedrag worden verhoogd.
  4. De zelfstandigenaftrek wordt met stappen verlaagd. Dit wordt gecompenseerd door een verhoging van de arbeidskorting.
  5. De drempel van het wetsvoorstel excessief lenen wordt verhoogd van € 500.000 naar € 700.000. Dit houdt (kort gezegd) in dat een fictief voordeel (dividend) in aanmerking moet worden genomen als een BV een lening boven genoemde drempel aan haar aandeelhouder (DGA) verstrekt.
  6. Box III wordt aangepast per 2025 (stelsel waarbij op basis van reëel rendement wordt afgerekend) en de vrijstelling van de box gaat omhoog van € 50.560 naar € 80.000.
  7. De zogenoemde jubelton wordt per 2024 afgeschaft. Dit maakt het niet meer mogelijk om een onbelaste schenking te doen voor de eigen woning (dit om “prijsverhogingen” in de markt tegen te gaan).
  8. De bedrijfsopvolgingsregeling wordt nader onder de loep genomen in 2022. Oneigenlijk gebruik zal worden tegengegaan en aangepast.

Vennootschapsbelasting

  1. Aanscherping CFC-maatregel “commissie Ter Haar” (het kabinet voert aanbevelingen van de commissie Ter Haar uit, waarbij aftrekposten voor multinationals en hoofdkantoren worden beperkt en de CFC-maatregel ook geldt voor uitgekeerde winsten etc.)
  2. Pijler 2 van de OESO wordt geïntroduceerd. Hiermee wordt een mondiaal minimumwinstbelastingtarief geïntroduceerd.